Herkomst
De Perzisch langhaar stamt naar alle waarschijnlijk af van de Angorakatten die zeevaarders en kooplieden van hun verre reizen naar Turkije en Iran (Perzië) met zich mee naar huis namen. Deze halflangharige katten, die wij nu kennen als Turkse angora‘s, waren jarenlang de lievelingen van de adellijke stand in Europa. Ook aan het Franse hof werden ze met alle egards behandeld. Daarom werden deze katten soms ook wel “Franse kat” genoemd.
Aan het einde van de 19de eeuw begonnen Engelse kattenliefhebbers de elegante Angora’s te kruisen met andere rassen, waardoor katten ontstonden van een zwaarder type en met een dikkere, langere vacht. Het waren deze katten die uitgroeiden tot ’s werelds populairste raskat , de Perzisch langhaar.
Iedereen die wel eens een foto of tekening heeft gezien van een Pers uit de beginperiode weet dat deze heel anders is dan de Perzen die tegenwoordig gefokt worden. NIet alleen is het lichaam veel compacter geworden, ook de vacht is nu langer en weelderiger. Het meest in het oog springende verschil is echter de vorm van de kop en de neuslengte. De Pers van de beginjaren had een enigszins wigvormige kop, terwijl de schedels van nu groter en ronder zijn. De neuslengte is jarenlang zo goed als ongewijzigd gebleven, maar de laatste decennia hebben liefhebbers zich toegelegd op het fokken van een Pers met een extreem korte neus, wat uiteindelijk heeft geresulteerd in een vrijwel platte snuit. Het is bijna onvoorstelbaar hoe snel deze ontwikkelingen hebben plaatsgevonden. Een meervoudig kampioen van begin jaren ’70 zou vandaag de dag nog maar weinig succes oogsten op een tentoonstelling.
Het fokken van korte neuzen wordt door veel kattenliefhebbers verworpen, omdat onoordeelkundig fokken onder meer kan leiden tot slechte gebitten, scheve kaken en verstopte traanklieren. Daarom is het fokken van een Pers van showkwaliteit geen eenvoudige opgave en vereist het kennis en inzicht van de fokkers.
Karakter
Perzen zijn een zeer rustig ras. Perzen houden ervan om geknuffeld en geaaid te worden, en laten zich graag vertroetelen. Katten van dit ras zijn normaal gesproken vriendelijk en goedmoedig, ze slaan zelden hun nagels uit.
Verzorging
Een zeer belangrijk onderdeel van het houden van een Pers is de vachtverzorging, maar ook de ogen hebben behoorlijk veel aandacht nodig. De vacht is weelderig, zeer dik en bestaat uit lange, zachte haren, die gemakkelijk klitten. Wanneer u de vacht een aantal dagen niet verzorgt, kunnen er al snel klitten ontstaan die u niet kunt uitkammen zonder de kat te bezeren. Of u uw Pers nu als huisdier houd of hem regelmatig op show uitbrengt, de vachtverzorging is geen karweitje dat u tussen de bedrijven door kunt doen en u mag het zeker niet een week of langer uitstellen.
Als u een Pers als huisdier houd en er niet mee showt, is het toereikend de vacht elke dag met een borstel met metalen pennen door te borstelen en ongeveer eens per week de eventuele klitten uit te kammen met een grove kam. Vooral de plaatsen tussen de voor en achterpoten, de beharing onder de staart, de borst en kin hebben extra aandacht nodig. Trek nooit onnodig hard aan de vacht maar werk precies en geduldig. Ongeveer eens in de drie maanden kunt u de Pers in bad doen, maar gebruik dan altijd een goede shampoo die speciaal voor katten bestemd is. Na een bad zijn de dode, losse haren die klitten in de vacht veroorzaken eenvoudiger uit te borstelen.
Uiterlijke kenmerken
Lichaam
De Pers is een kat van middelgroot tot groot formaat met een stevige beenderstructuur. Het lichaam is compact, met een brede borst, gespierde schouders en rug en een korte, krachtige nek. De poten zijn kort en stevig, en de voeten zijn groot en rond. Bosjes haar tussen de tenen zijn gewenst. De staart is kort, staat in goede verhouding tot het lichaam en heeft een enigszins afgeronde punt.
Kop
De kop is rond, massief en goed geproportioneerd, met een brede schedel en volle wangen. Het voorhoofd is mooi gewelfd en de korte, zeer brede neus heeft een duidelijke stop. De bovenkant van de neusspiegel dient op een horizontale lijn te liggen met de onderste oogleden. De stop moet ter hoogte van het midden van de ogen liggen. De Pers heeft stevige, brede kaken en een stevige kin. Het gebit moet scharend zijn en liefst volledig. Vanaf de zijkant bekeken horen de kin, de top van de neus en het voorhoofd in een rechte, verticale lijn te liggen. De kleine oren zijn breed aan de basis en afgerond, met in elk oor een vol oorpluimpje. Ze staan wijd uit elkaar en zijn laag op de schedel geplaatst. De grote, ronde ogen staan wijd uit elkaar en horen stralend en vol uitdrukking te zijn. De oogkleur is, afhankelijk van de kleur van de vacht koperkleurig, donkeroranje, groen of blauw. Ook odd-eyed komt voor.
Vacht
De vacht van de Pers is lang en vol, met een dichte, fijne, zijdeachtige structuur. De typerende vacht van dit ras vormt een flinke kraag en ook de staart behoort vol te zijn. Perzen zijn op hun mooist in de herfst en winter, aangezien de vacht van de meeste in de lente en vroege zomer voor een belangrijk deel zal uitvallen.
Kleurschakeringen
De eerste Perzen waren wit, een erfenis van de witte Angora uit Turkije. Rond het jaar 1900 was de blauwe Pers erg populair en ondanks het feit dat de Pers tegenwoordig in ontelbaar veel uiteenlopende vachtpatronen en bijzondere kleuren wordt gefokt, blijven deze twee kleuren geliefd. Hieronder vindt u een aantal veelvoorkomende kleuren nader omschreven.
Effen kleuren
Effen kleuren zijn onder andere wit, zwart, blauw, rood, crème, chocolate en lilac. Perzen met deze vachtkleuren hebben koperkleurige tot oranje ogen, maar de witte Pers mag ook twee blauwe ogen hebben of odd-eyed zijn. Een Pers met een effen kleur (behalve de witte Pers) mag geen witte haren of aftekeningen hebben, en elke haar hoort van de haarpunt tot aan de wortel zoveel mogelijk dezelfde kleur te hebben. Zogenaamde spooktekeningen komen veel voor bij kittens, soms blijven deze vage tabbytekeningen in de vacht ook zichtbaar als het dier ouder word. Een effen kat met een zilverwitte ondervacht wordt smoke genoemd.
Parti-colours
Parti-colours zijn effen gekleurde Perzen met wit. Ze zijn er in twee verschillende variëteiten. De bekendste is de bicolour, die een effen basiskleur heeft, met zo symmetrisch mogelijke witte aftekeningen. Bicolours komen voor in alle effen kleuren. Dan is er nog de tricolour, die twee basiskleuren heeft, bijvoorbeeld zwart met rood of blauw met crème. Het wit moet evenals bij de bicolour zo symmetrisch mogelijk afgetekend zijn. Tricolours worden ook wel schildpad met wit genoemd. Voor beide variëteiten geldt dat het wit niet meer dan een derde van het lichaamsoppervlak mag beslaan, maar ook niet veel minder. Naast parti-colours kennen we ook de vans en harlekijnen. Bij deze variëteiten moet het wit in de vacht overheersen. Al deze katten moeten koperkleurige tot oranje ogen hebben. Katten die verschillende kleuren vlekjes in de vacht hebben, maar geen witte aftekeningen, worden geen parti-colours maar schildpadkatten of torties genoemd.
Tabby’s
Er zijn vier verschillende tabbypatronen: ticked, mackerel, spotted en blotched.
Tabby’s komen onder andere voor in zwart, rood en blauw, maar ook andere kleuren behoren tot de mogelijkheden. De tabbytekeningen moeten zo duidelijk mogelijk zijn. Tabby’s met een zilverwitte ondervacht zijn erg populair. Tabby’s horen koperkleurige tot oranje ogen te hebben, met uitzondering van de zilvertabby’s, deze worden gefokt met oranje of groene ogen.
Zilvers en goldens
Perzen met een zilverwitte ondervacht, zoals zilvertabby’s, chincilla’s, cameo’s en smokes zijn erg in trek. De zilverwitte ondervacht ontstaat door een bepaald gen, dat de pigmentvorming in het haar bij de basis remt, zodat alleen de haarpunt gekleurd is. Er word een verschil gemaakt tussen effen gekleurde katten en tabbykatten met een zilverwitte ondervacht. Wanneer het inhibitor gen zijn werk doet bij een effen gekleurde kat wordt deze smoke genoemd. Aan tabbykatten worden verschillende namen gegeven, afhankelijk van de hoeveelheid pigment in de vacht en de kleur van het pigment. Bij een shaded chinchilla bevat ongeveer een derde van elk afzonderlijke haar pigment en bij een tipped chinchilla ongeveer een achtste. Deze benamingen geeft men alleen aan katten met zwart pigment of daarvan afgeleide kleuren zoals blauw, chocolate en lilac. Deze katten zijn erg populair, mede door hun prachtige diep groene ogen, hun steenrode neusspiegel en de zwarte pigmentering rond de lippen, neus en ogen, waardoor ze een luxueuze uitstraling krijgen.
Uit chinchilla en shaded silver Perzen kunnen ook kittens geboren worden die wel het typerende vachtpatroon van de ouders hebben, maar niet de zilveren kleur. In feite zijn dit zwarte tabby katten waarvan door selectie het patroon verdwenen is. Deze worden goldens genoemd.
Bij een cameo is het pigment rood of crème, dit pigment beslaat ongeveer een derde van de vacht. Katten met deze vachtkleur waarvan slechts een achtste van het haar gepigmenteerd is, worden shell genoemd.
Colourpoints
Colourpoint Perzen komen in bijna alle kleuren voor die we ook van de Siamees kennen, en net als bij de siamees hoort het contrast tussen de lichaamskleur en de gekleurde points zo duidelijk mogelijk te zijn. Colourpoint Perzen komen voor in seal, blue, red, cream, chocolate en lilacpoint, al dan iet met een tabbypatroon. Ook tortiepoints komen voor en sinds kort zijn er ook silver en goldenpoints. Colourpoints hebben altijd blauwe ogen.