Herkomst
De Foreign white is gewoon een witte Siamees. De oorsprong van de Siamees ligt in het Verre Oosten. In Thailand kwamen deze dieren al in de 14de eeuw voor. Aan het eind van de 19de eeuw werden ze door engelse zeevaarders meegenomen naar Groot-Brittannië.
Siamezen hadden in die tijd overigens nog niet de bouw van de Siamees van tegenwoordig. Ze waren een stuk forser van bouw en de schedelvorm was bij de vroegste siamezen vrij rond en niet driehoekig.
Karakter
De Siamees is altijd duidelijk aanwezig in huis, ze hebben een spraakzame natuur en kunnen urenlange conversaties houden met u en met zichzelf. Siamezen zijn buitengewoon sociaal ingesteld en als ze niet voldoende aandacht ontvangen, zullen ze die zeker opeisen. Als u veel van huis bent kan u best meerdere dieren aanschaffen of zelfs besluiten om geen Siamees te nemen, deze dieren kunnen er namelijk niet tegen om alleen te zijn.
Verzorging
Omdat de vacht zeer kort is en er eigenlijk weinig tot geen ondervacht is, is deze vrijwel onderhoudsvrij. In de rui periode kan u de dode haren verwijderen door er met een vochtige zeem over te wrijven.
Uiterlijke kenmerken
Lichaam
De Siamese kat is een ras met een elegante en lenige bouw. Het sierlijke lichaam is lang, slank en gespierd, het mag nergens grofheid vertonen. De achterhand behoort hoger te zijn dan de voorhand. De poten zijn slank en lang met ovale voetjes. Ze hebben een lange en dunne staart.
Kop
De kop is wigvormig en heeft grote, schuingeplaatste oren die samen een gelijkzijdige driehoek vormen. De ogen van de siamees zijn amandelvormig en dienen donkerblauw te zijn, ze staan iets schuin op de kop geplaatst. De Siamees heeft een lange romaanse neus.
Vacht
De vacht van de Siamees behoort zijdezacht aan te voelen en is erg kort en fijn van structuur en heeft weinig ondervacht.
Kleurschakeringen
De Foreign white heeft een effen witte kleur, er mag geen zweem van geel of van een andere kleur in de vacht voorkomen. Ze mogen geen donker pigment hebben, de voetzolen, de binnenkant van de oren en het neusleertje zijn dan ook altijd roze.
De ogen zijn liefst zo diepblauw mogelijk.